Na zijn boek Mijn weg naar de Catholica. Verslag van een levenslange zoektocht (Valkhof Pers 2012) komt Cees Luttik opnieuw met een boek over de Kerk. Zijn eerste boek is vooral een persoonlijk relaas van hoe een bekeerling (Luttik was van huisuit Hervormd) de stormachtige ontwikkelingen in de Rooms-katholieke kerk van de laatste 60 jaar heeft meegemaakt. In dit nieuwe boek Het verbroken evenwicht. Hoopvol geloven in een tijd van crisis en onzekerheid (uitgegeven in eigen beheer 2018) laat Luttik de andere kant zien van die 60 jaar.
Hij wil de theologische ontwikkelingen, die hem (en de hele Kerk) zo in verwarring hebben gebracht, doorgronden. Hij wil weten: wat is de oorzaak van de crisis waarin Kerk en Theologie zijn beland? Daartoe heeft hij breed gelezen, vele jaren lang. En zo is hij in staat de lezer een overzicht te geven van de krachten die de Kerk van de 20ste eeuw hebben geteisterd. Luttik laat zien hoe de problemen zijn begonnen in de Protestantse theologie en, zeker na het Tweede Vaticaans Concilie, ook de Rooms-katholieke theologiebeoefening in hun greep hebben gekregen.
Lichtpunten
Sterker dan in zijn eerste boek komen in dit tweede boek de lichtpunten naar voren. Luttik geeft aandacht aan theologen die zich voor de moderne wetenschappelijke vragen niet afsluiten maar kans zien om vanuit het erfgoed van de Kerk daar overtuigende antwoorden op te geven. Zo gaat Luttik in op het werk van Joseph Ratzinger (later: paus Benedictus XVI), Heinrich Schlier, Martin Hengel, Peter Stuhlmacher, Ignace de la Potterie, Richard Bauckham, Harald Riesenfeld en anderen. Luttik geeft geen uitvoerig exposé van hun werk, maar probeert in het kort hun bijdrage te typeren. Opvallend is dat daarin zowel rooms-katholieken, protestanten en bekeerlingen tot de Romana een plaats hebben. Er blijkt zich een nieuwe christelijke eenheid af te tekenen die zich niets aantrekt van kerkelijke scheidingen. Temidden van de enorme verwarring in de Kerk gebeurt het dat een paus als Benedictus XVI voor het schrijven van zijn Jezus-boeken in overleg gaat met protestantse geleerden als Martin Hengel en Peter Stuhlmacher. Het is alsof de Westerse kerk na eeuwen van verbreking en uiteenvallen, zich begint te hergroeperen rondom het oude geloofsgetuigenis dat Jezus de Christus is, de Zoon Gods, gekruisigd, gestorven en begraven en opgestaan tot eeuwig leven. Het is daarbij veelzeggend dat juist vanaf de stoel van Petrus een orthodox en tegelijk zeer eigentijds getuigenis heeft gevloeid uit de mond en de pen van Benedictus XVI. Alsof de hemel aanwijst dat daar de kern van de vernieuwde Westerse Kerk ligt.
Herwonnen glans
Dit nieuwe boek van Luttik heeft veel in zich om somber te stemmen. Luttiks tekening van het theologische slagveld is minder persoonlijk maar daardoor misschien wel des te overweldigender. Het lijkt alsof er bijna niets van het oude geloofsgetuigenis behouden is gebleven. Toch klinkt in dit boek meer hoop door dan in zijn eerste. En dat zit ‘m erin dat Luttik aandacht geeft aan de levenskrachtige zaden van wetenschappers die zich met hun geloof niet hebben teruggetrokken uit de bedreigende academische wereld, maar juist met grondige studie die bedreiging te boven zijn gekomen. Door hun werk, zou je kunnen zeggen, keert de glans van het oude geloofsgetuigenis niet alleen terug maar is zo mogelijk nog groter geworden. Nu is het wachten (en bidden) totdat deze zaden wortel schieten en gaan uitstoelen in het theologische denken en geloven.
Luttik, en velen van ons, zullen dat zelf niet meer meemaken. Maar het hoort bij de Kerk om over de grenzen van het eigen leven heen te zien. Het is eigen aan het christen-zijn om het leven in dienst te stellen van het Koninkrijk waarvan Jezus zegt dat het in Hem nabij is gekomen en waarom wij dagelijks bidden in het Onze Vader. Het is fascinerend hoe een niet-theoloog door levenslange interesse en studie in staat is zich een overzicht te verwerven van theologische problematiek en daarover kan schrijven. Je proeft op vrijwel iedere bladzijde wat Cees Luttik heeft gedreven: liefde voor de Kerk. Liefde voor de Kerk die het lichaam van Jezus Christus is.