De laatste jaren wordt er in Nederland door reformatorische auteurs met passie geschreven over de eenheid van de Kerk. Het boek “Eén Kerk – Weg uit de verdeeldheid” van Dr. Bert Loonstra, dat in november 2019 uitkwam, past in die trend. Dit boek is, zo zegt Loonstra in het voorwoord, voortgekomen uit het verlangen de verdeeldheid tussen de vele kerkgenootschappen te overwinnen. Ontmoetingen en ervaringen met christenen uit andere kerken hebben hem gesterkt in het schrijven van dit boek.
Meer in het bijzonder sluit het boek aan bij de Nationale Synode die in 2019 leidde tot een verbond van veertig reformatorische kerken, de oprichting van een bijzondere leerstoel “Katholiciteit van de Kerk” door de drie reformatorische theologische faculteiten en de publicatie van het boek “Spirituele oecumene” waaraan veel katholieke en protestantse auteurs hebben meegewerkt.
Loonstra is zelf christelijk gereformeerd predikant. Zijn pleidooi voor wederzijdse erkenning en samenwerking over kerkgrenzen heen vindt in zijn eigen kerkgenootschap niet zo veel gehoor. De christelijk gereformeerden lijken in de samenwerking met Vrijgemaakten en Nederlands-gereformeerden een pas op de plaats te maken. De eenheid met andere kerken uit de Reformatie, laat staan de Rooms-katholieke Kerk, is nog ver buiten het gezichtsveld. Wellicht helpt dit boek christelijk gereformeerden over de drempel.
Vier thema’s
Loonstra snijdt in dit boek vier grote thema’s aan: identiteit, liturgie, boodschap en kerk in verandering.
De kwestie van de identiteit van de verschillende kerkgenootschappen en hun onderlinge verhoudingen laat Loonstra buiten beschouwing. De identiteit van de Kerk, zo stelt hij, wordt bepaald door het verhaal van Israël en van Jezus Christus, Messias van Israël en Redder van de wereld. Om één Kerk te kunnen worden en blijven is het niet voldoende om alleen de eenheid in Christus te benadrukken. Er dient ruimte te zijn voor diversiteit van individuele verhalen en opvattingen en van groepen. De Kerk doet er goed aan zich niet te profileren met regels en uiterlijke kenmerken, maar door navolging van Jezus in dienstbaarheid, wijsheid, geduld, verdraagzaamheid en toewijding.
Liturgie beoogt de ontmoeting tussen gemeente en de eeuwige, heilige en liefdevolle God, schrijft Loonstra. Hij onderscheidt vier verschillende typen van liturgie. In de oosters-orthodoxe liturgie ligt het accent op de vereniging met God; in de rooms-katholieke liturgie staat het misoffer centraal; de reformatorische liturgie legt het primaat bij het Woord; in de evangelische liturgie ligt het accent op de ervaring. In de weging van deze typen van liturgie laat Loonstra zien dat deze vier typen geworteld zijn in de Schrift en bestaansrecht hebben. Ze hoeven elkaar niet uit te sluiten, het zijn evenzovele wegen om de ontmoeting tussen God en gemeente tot uidrukking te brengen. Niet geheel vreemd vanwege zijn eigen achtergrond is dat Loonstra inzake liturgie vasthoudt aan het primaat van het Woord. Hij pleit ervoor om vanuit een grondhouding van vertrouwen en respect met elkaar het gesprek over liturgie te voeren.
Het hoofdstuk over de boodschap van de Kerk vond ik het interessantste deel van het boek. Hier wordt het probleem ten volle zichtbaar dat Loonstra aan de orde wil stellen: de onverstaanbaarheid van de Kerk in de wereld van vandaag. Loonstra gaat te rade bij drie auteurs om dit fundamentele probleem te verhelderen en een richting uit te zetten: Dietrich Bonhoeffer, Thomas Hálik en Christian Wiman. Het zijn niet toevallig drie auteurs die afscheid genomen hebben van de vanzelfsprekendheid van het klassiek-religieuze wereldbeeld om misschien wel daardoor tot de kern van christelijk geloven te komen. Het zijn denkers die de mondigheid van de mens serieus nemen en tegelijkertijd de botsing met het moderne levensbesef niet uit de weg gaan. Dat is de weg die Loonstra de Kerk en de christen van vandaag voorhoudt om weer verstaanbaar te kunnen zijn. Het streven naar kerkelijke eenheid gaat samen met het zoeken naar de Kerk die met één mond spreekt.
Statisch of dynamisch?
Welke weg zal de Kerk kiezen? Kiest de Kerk ervoor om zoveel mogelijk van het verleden te behouden, of durft de Kerk het waagstuk aan Kerk in verandering te zijn. De tweede optie houdt grote uitdagingen in, vereist dat de Kerk kan omgaan met verschillen en in staat is om het gesprek over leerverschillen met protestanten, katholieken en dopersen constructief te voeren. Loonstra hoopt op een verbond van kerken dat geënt is op een kernbelijdenis en geleidelijk toewerkt naar meer eenheid ook in organisatorisch opzicht.
De Apostolische Geloofsbelijdenis zou de functie van kernbelijdenis kunnen vervullen, zo hoopt Loonstra. Het boek eindigt met deze geloofsbelijdenis, toegelicht door de auteur.
De groeiende interesse in de reformatorische theologie voor het vraagstuk van de eenheid van de Kerk is zeer toe te juichen. Hopelijk zal dit boek daar een impuls aan geven. Wel is het jammer dat de auteur nauwelijks of geen gebruik heeft gemaakt van documenten en teksten die de vrucht zijn van nationale en internationale dialogen tussen katholieken, lutheranen, gereformeerden en anglicanen, die sinds het midden van de jaren zestig van de vorige eeuw zijn gevoerd. Ook geen verwijzing naar het Lima-rapport of het recente document van Faith and Order over de Kerk. De weergave van de katholieke visie op de eucharistie is enigszins karikaturaal en sommige verschillen in leeropvatting (Schrift en traditie) worden te zwaar aangezet. Er is nog winst te behalen.