Helende zorg – recensie

6c17d7bdd71742dc835b0b4210517250382d3046

Waarom zou je je, wanneer je betrokken bent bij de (christelijke) oecumene, willen verdiepen in een bundel artikelen over aandacht voor de spirituele kant van ziek-zijn en zorgverlening? Misschien gewoon omdat we allemaal sterfelijke mensen zijn en de ‘zinvraag’ zich het scherpst aandient wanneer je vanzelfsprekendheden – bijvoorbeeld je gezondheid of die van je dierbaren – op de tocht staan. En de religieuze mens, volgens het boek Genesis geschapen naar Gods beeld en gelijkenis, dan de vraag naar God stelt. Met woorden en beelden uit de eigen geloofstraditie en de eigen persoonlijke geschiedenis.

Niet elke ziekte is te genezen, dood gaan we allemaal, en wat we naar onze hand kunnen zetten is uiteindelijk maar beperkt. Dat zal iedereen erkennen, en toch verzet onze cultuur zich daar grotendeels tegen. En ook binnen de gezondheidszorg hebben behandelen, genezen en zelfbeschikking een hogere status dan loslaten, verzachten en ontvankelijkheid. Ook al biedt het opkomende begrip ‘positieve gezondheid’ daar enig tegenwicht tegen met zijn dynamische definitie van gezondheid: niet zozeer de afwezigheid van ziekte en gebreken, en ook niet een bepaalde staat van welzijn, maar ‘gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie uit te voeren, in het licht van de sociale, mentale en fysieke uitdagingen van het leven’. Zorgverlening vanuit deze visie staat open voor ‘coping’ met inzet van existentiële en spirituele bronnen.

Positieve gezondheid

De artikelenbundel ‘Helende zorg’ onder redactie van Arnold Smeets reflecteert vanuit verschillende spirituele en theologische tradities op dit begrip van ‘positieve gezondheid’. Geestelijk verzorgers, geestelijk begeleiders, ervaringsdeskundigen die weten wat het is om te leven met een ziekte of handicap, en nog een paar anderen leveren hun bijdragen. Wat onder ‘helende zorg’ wordt verstaan, blijkt uit hoe er geschreven wordt. Minder vanuit doen en meer vanuit zijn, niet vanuit oplossen maar meer vanuit zoeken naar een weg. Aandacht, presentie, aanvaarden juist ook van het tragische, dat zijn centrale woorden.

6c17d7bdd71742dc835b0b4210517250382d3046Hoe ervaren mensen aan de ‘lijdende’ kant – degenen die ziekte of gebrek te verduren hebben dus – het wanneer ze vanuit die ‘helende’ houding tegemoet getreden worden? Dat varieert van blij verraste waardering van de aandacht en de gelegenheid het hart te luchten tot het ontdekken van een nieuwe levenszin en een diepe verbondenheid met de Eeuwige. De erkenning dat je leven meer is dan ziek-zijn tilt je daar al een beetje bovenuit. Aan de zorgkant wordt geschreven over het helpen vinden van verdieping – bijvoorbeeld via de mystagogische weg – en over manieren om iemands zielenroerselen ‘tevoorschijn te luisteren’. Een vrijwilliger in een hospice laat zien hoe belangrijk goed ‘kijken’ ook is en er is een filosofische beschouwing over schepping en zintuiglijkheid. Er komt een project over bijna terloopse aandacht voor poliklinische ziekenhuisbezoekers voorbij, en er wordt ook nog een kritische noot over autonomie gekraakt.

Inspirerend

Stuk voor stuk inspirerende artikelen, die allemaal passen onder de paraplu van de ‘helende zorg’. Wat kun je ermee? Wanneer je geestelijk verzorger of begeleider bent, kun je je eigen praktijk herkennen, of bedenken: hoe kan ik mijn eigen aanpak verfijnen of verbreden? Wanneer je beleid maakt, kan de bundel je wellicht meer bewust maken van de soms te eenzijdige nadruk van het zorgaanbod op problemen-oplossen en autonomie. En wanneer je persoonlijk met ziekte en gebrek te maken krijgt, kan het lezen van sommige artikelen zelf al enige ‘heling’ bieden door de herkenning van het verhaal van een ander of doordat je denkt: ja, dáár verlang ik nou naar.

Kanttekeningen

Voor elk wat wils kun je dus zeggen. Maar daar ligt precies ook een zwak punt bij deze bundel, want op welke lezerspubliek richt die zich eigenlijk? Geestelijk verzorgers en begeleiders hoef je niet te overtuigen van de zin van ‘helende zorg’, want dat is de kern van ons werk. Beleidsmakers in de zorg wil je daar wél warm voor maken, maar die komen te weinig aan hun trekken. En voor de meesten die zelf ziek of gehandicapt zijn, is de inhoud te technisch. Laat ik het maar als uitdaging formuleren: het onderwerp vraagt om verdere uitwerking van de vraag ‘hoe verankeren we helende zorg in het beleid van zorgorganisaties?’

Nog een tweede kritische kanttekening. Voor ‘helende zorg’ wordt uitdrukkelijk geput uit verschillende theologische en spirituele tradities. Dat klopt, maar het zijn wel bijna allemaal katholieke tradities. Het protestantisme is geheel afwezig, evenals de islam. En ik verwonder me dat bij dit thema – ondanks de religieuze insteek waar de redactie van de bundel voor kiest – helemaal niets gezegd wordt over seculiere wijzen van zin-zoeken, bijvoorbeeld in het humanisme waarbinnen ook wordt nagedacht over de ruimte voor het niet-oplosbare en over de grenzen aan de eigen autonomie. Waar de bundel enerzijds pleit voor een bredere blik op zorg, heeft ze anderzijds geen oog voor niet-katholieke spiritualiteit. Oecumenisch is dat een misser.

‘Helende zorg’ is een pleidooi voor aandachtige zorg die ook de (religieuze) zinvragen en krachtbronnen in het vizier neemt. Het inspireert en het vraagt om meer.

Arnold Smeets (red.), ‘Helende zorg. Een geïnspireerd perspectief op gezondheid en zorg’, Berne Media 2019, 24,90 euro, ISBN 978-90-8972-254-6

Frans Bossink is geestelijk verzorger Spaarne Gasthuis Haarlem-Hoofddorp