De vraag die na lezing van het boek van Olivier Roy ‘Is Europa nog christelijk’ overblijft is of er nog toekomst is voor religie in Europa. Roy (1949) is een Franse politieke wetenschapper die zich intensief heeft bezig gehouden met de studie van de Islam. In dit boek dat dit jaar in Nederlandse vertaling door KokBoekencentrum werd uitgegeven, gaat Roy in op de betekenis van de christelijke religie voor Europa. De islam komt pas aan het einde van het boek aan de orde.
De problematische relatie in een aantal Europese landen met de islam die tot uitdrukking komt in wettelijke restricties op religieuze uitingen en gebruiken, werkt uiteindelijk door in de rechtspositie van alle godsdiensten. In het spanningsveld tussen secularisten en populisten dat in toenemende mate de toon zet, wordt de ruimte voor religie steeds kleiner. Roy spreekt daarom van ‘een ernstige crisis rond de definitie van de Europese identiteit en de positie van de religie. (…) De Europese cultuur verkeert zeer zeker in een crisis,’ zo luidt de tekst op de binnenflap van de omslag.
Het is wel goed om te bedenken dat Roy waar hij spreekt over Europa, hij het feitelijk steeds heeft over West- en Midden-Europa, ofwel de westerse cultuurkring waarin het katholicisme en het protestantisme domineerden. De oosterse Europese cultuurkring van Oost- en Zuid-Oost-Europa vallen buiten het perspectief van dit boek.
Vanzelfsprekend erfgoed
Uitgangspunt is dat de christelijke erfenis van Europa een vanzelfsprekendheid is. Maar die vanzelfsprekendheid is niet onschuldig, want wordt gekenmerkt door strijd op verschillende niveaus. De investituurstrijd tussen Paus en Keizer, zo betoogt Roy, wordt uiteindelijk gewonnen door de keizer ‘niet door de overwinning van de wereldlijke op de geestelijke macht, maar door de herdefiniëring van de wereldlijke macht als uitdrukking van de wil van God.’ Op de middeleeuwse en laatmiddeleeuwse samenlevingen heeft de Kerk op vele gebieden haar stempel gedrukt zodat wel degelijk gesproken kan worden van een christelijke samenleving. De Reformatie(s) van de 16e eeuw luiden het einde in van Roomse Keizerrijk en de opkomst van nieuwe nationale staten. In de periode tot aan de Vrede van Münster in 1648 is de religie een belangrijke factor in het aanjagen van conflict en oorlog. De religie was onmachtig om de vrede te bewaren. De staten bepaalden bij wet de ruimte die aan de godsdienst werd toegemeten volgens het principe cujus regio ejus religio (‘wiens gebied, diens godsdienst’). In de moderne staten kon pas op grond van de scheiding tussen kerk en staat de godsdienstvrijheid wettelijk worden geregeld. Niettegenstaande de verbrokkeling in nationale staten en gescheiden confessionele kerken bleef Europa ook na de 16e eeuw een christelijk continent. Door de ontdekkingsreizen en koloniale expansie kregen zowel het protestantisme als het katholicisme een wereldwijde verspreiding.
Secularisering
Tegen deze historische achtergrond onderzoekt Roy het ingrijpende proces van secularisering dat zich sinds de Verlichting in Europa gaat aftekenen en waartegen noch de katholieke noch de protestantse kerken zijn opgewassen. Secularisering wordt in twee opzichten beschreven: als politiek-juridisch concept met als doel de invloed van de godsdienst op de politiek te verminderen en als sociologisch gegeven van de sterke afname van de godsdienstbeoefening.
De meeste aandacht gaat uit naar de Rooms-katholieke Kerk. Meer dan protestantse kerken heeft de Rooms-katholieke Kerk geworsteld met de opkomende moderniteit en getracht haar eigen positie te markeren. Roy stelt dat mainstream protestantse kerken zich veelal hebben aangepast en meegegaan zijn met de grote culturele veranderingen vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw. Even leek het erop dat de Rooms-katholieke Kerk met het Tweede Vaticaans Concilie ook die afslag zou nemen. Althans zo interpreteert Roy de betekenis van het Concilie. Die ontwikkeling zette echter niet door. Dat bleek in 1968 met de publicatie van de encycliek Humanae vitae. In deze encycliek worden waarden geformuleerd die niet onderhandelbaar zijn. De encycliek Humanae vitae ziet Roy als een reactie op de antropologische breuk die zich in de jaren zestig in de Europese cultuur heeft voltrokken.
Defensief
De veranderingen in de Europese cultuur en het veranderde mensbeeld vanaf de jaren zestig drukt de religie steeds meer in het defensief. Aanpassing noch contestatie bieden een remedie tegen voortgaande en steeds snellere ontkerkelijking, die zich binnen de hele westerse cultuurkring voltrekt. Het zijn geleidelijke processen. Het opgeven van de regelmatige kerkgang wil nog niet zeggen dat iemand zich niet meer als katholiek of protestant beschouwt. Omdat de religie eeuwenlang een stempel heeft gedrukt op cultuur en samenleving, maakt de religie deel uit van collectieve identiteiten en waardensystemen. Die houden lang stand ook als het geloofsleven verkommert. De kerken bestaan verder als geloofsgemeenschappen, waarbij de invloed op cultuur en samenleving steeds minder wordt.
Sinds het begin van deze eeuw gaat het maatschappelijk debat in Europa over waarden en identiteit. De strijd over waarden in Europa spiegelt Roy aan de culture war in de VS tussen liberalen en christelijk rechts, die vanaf de jaren tachtig grote invloed heeft op het politieke leven in de VS. De situatie in Europa is gecompliceerder omdat bij het interne front, in het debat over waarden, christelijk conservatieven tegenover seculieren van alle gezindten staan (liberalen zowel als populisten). Bij het externe front staan Europa en islam tegenover elkaar: daar gaat het om de culturele tegenstelling tussen moslimimmigranten en Europeanen en de angst voor islamisering van de Europese samenlevingen.
Seculiere en populistische partijen en stromingen zetten de toon. De Rooms-katholieke Kerk neemt zowel tegenover seculieren als populisten een eigen positie in. Tegen de achtergrond van de grote ontkerkelijking in West-Europa en de moeizame verhouding tot islam is het inderdaad een grote vraag hoe de toekomst van religie in Europa – binnen de westerse cultuurkring – zal zijn.
Olivier Roy, Is Europa nog christelijk?, KokBoekencentrum Utrecht, 2020, ISBN 9789043534536, prijs € 19,99, 158 pp.