Bij het eerste doorbladeren van de bundel “Vredeseducatie in de Krijgsmacht” viel me vooral de grote diversiteit van de artikelen in deze bundel op, Dat betrof niet alleen de taal (naast Nederlandse ook Engelstalige artikelen) en het verschil in stijl, maar vooral de breedte van de besproken onderwerpen. Van een artikel over de ethiek van Dietrich Bonhoeffer, de Covid-19 pandemie, de zorg voor veteranen tot natuurlijk het eigenlijke onderwerp van vredeseducatie in het leger.
Dit laatste onderwerp wordt het helderst belicht in een viertal artikelen van de hand van de redacteur van deze bundel, Fred van Iersel, bijzonder hoogleraar op dit gebied aan de Universiteit van Tilburg.
Aalmoezenier
Ik besloot te beginnen bij de slotbeschouwing, van de hand van de redacteur, en dat bleek een gouden greep. In dit artikel plaatst van Iersel deze bundel helder in de lijn van vier voorafgaande boeken in de reeks. Daarin is in meer algemene zin de problematiek van vrede en oorlog bestudeerd, de (vredes-)inbreng van de religie en het professionele zelfbeeld van de aalmoezenier. Hieruit volgt dan de thematiek van deze bundel: wat is tegen deze achtergrond de educatieve, vormende rol van de aalmoezenier? Hierin komen de voorafgaande lijnen samen.
Een voor mij wezenlijke paragraaf uit deze slotbeschouwing: “Vredeseducatie in de krijgsmacht kan, mag en moet (….) verder gaan dan introducties omtrent de inhoud van religie en interreligieuze dialoog (….). Ze kan een christelijk ethisch perspectief articuleren met betrekking tot mondiale ontwikkelingen die voor de krijgsmacht en de individuele militair van belang zijn, en de mogelijke respons van de krijgsmacht en de militair hierop ethisch beschrijven, analyseren en in dialoog brengen.”(p.197)
In deze beschrijving van de brede taak van de aalmoezenier begreep ik ook de inhoudelijke breedte van de artikelen in deze bundel, die door van Iersel daarna concreet wordt toegelicht.
Praktijkervaringen
Toen ik hierna vooraan in het boek begon te lezen, werden de verschillende artikelen bijna vanzelfsprekend onderdelen van deze brede beschrijving van de taak van de aalmoezenier. De drie stevige, puntige inleidende artikelen van de hand van van Iersel zelf zetten de problematiek duidelijk neer; veel van wat volgt is illustratief voor de hier gekozen en beargumenteerde wetenschappelijke positie.
De laatste bijdrage vóór de slotbeschouwing is van de hand van aalmoezenier Sanneke Brouwers. Vanuit haar praktijkervaring als aalmoezenier, momenteel onder veteranen, en wetenschappelijk doordacht, komt ze tot een beschrijving van de tweevoudige taak van de aalmoezenier. Ze eindigt met: “The stories of a nation’s soldiers are part of the greater story of society and history. Understanding these stories can help us to understand more of our moral praxis in order to make this world a better place.”(p.188) En zo komt het onderwerp ook dicht bij het morele en spirituele bewustzijn van de (in elk geval deze) lezer.
De bundel is een heel divers geheel, met artikelen die alle de moeite waard zijn, ook buiten de huidige context; door achteraan te beginnen kun je als lezer de meerwaarde van deze compositie wel degelijk ervaren.
Vredeseducatie in de krijgsmacht, Fred van Iersel, Serie Religie en Veiligheid, uitgave Eburon, ISBN 9789463013147 224 pag. € 24,50