De achtste dag, waar Jezus je leven raakt,
Jakob van Wielink en Henk Rothuizen, Berne Media en Inside Out Publishers, 2022,
95 bladzijden
De schrijvers
De schrijver Henk Rothuizen (1949) komt uit een protestants gezin, gaf leiding aan bijbelstudiegroepen en werd de stichter van het kerkgenootschap Rafaël Nederland. Jakob Wielink, katholiek, werkt aan (persoonlijke) leiderschapsontwikkeling en coaching en is een rouwexpert.
Twee schrijvers met een verschillende kerkelijke achtergrond hebben dit boek geschreven. Niet als een dialoog vanuit twee tradities, maar als één tekst die zij samen delen. Je kunt het boek lezen als een geestelijke leiding, of coaching, om dichter bij Jezus te komen, die in iedere situatie van ieders leven aanwezig is. Het maakt dit boek tot een voorbeeld van spirituele oecumene, zoals Kardinaal Walter Kasper het noemde.
Een prachtige uitvoering
Ieder die het boekje De achtste dag in handen neemt, zal aangetrokken worden door de prachtige uitvoering. Een hardcover uitgave, een leeslint, en mooie bladspiegel, kleurige citaten en enkele goede aanbevelingen vooraf. Zeker ook de complimenten aan Illustrator Marijke ten Cate. Zij laat zien dat ze niet alleen kinderboeken kan illustreren, maar dat ze ook aan een boek voor volwassenen een extra dimensie kan toevoegen. Schrijvers uit verschillende kerkelijke tradities hebben bij elk hoofdstuk een gebed geleverd. Het zijn rijke gebedsteksten die aansluiten bij de acht hoofdstukken.
De achtste dag is een boek om mee aan de slag te gaan. Terwijl ik het las, leek het of ik een uitgeschreven podcast van de Jezuïeten las: Bidden onderweg. Niet de muziek (zoals in de podcast), maar de illustraties hebben hier een meditatieve functie. Als je in parochie of gemeente met dit boek wil werken, zou je deze illustraties kunnen gebruiken voor een kort moment van stilte. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een gebed. De gebeden nodigen uit tot zelfonderzoek, om ruimte te maken en te luisteren naar God. Marga Haas heeft zelfs stilte in haar gebed opgenomen. Hoe mooi moet het zijn om deze gebeden voorgelezen te krijgen en met je ogen dicht te beluisteren.
Toegankelijk en herkenbaar
De teksten lopen van de ‘eerste’ tot de ‘achtste dag’ het leven van een mens langs. Elke alinea overweegt de verschillende aspecten van een mensenleven. Onderwerpen die langs komen in een paar woorden: Contact maken en welkom heten, hechten en veerkracht ervaren, verbinding maken en intimiteit vormgeven, verlies lijden en afscheid nemen, rouwen en de puzzelstukken van het leven opnieuw leggen, betekenis ervaren en je roeping leven.(blz 12)
Elk hoofdstuk begint met een kort bijbelcitaat. De Bijbelcitaten zijn meestal uit de NBV21 genomen, maar niet altijd. Het resultaat is dat het boek ook toegankelijk en herkenbaar is, ook wanneer mensen niet met de Bijbel vertrouwd zijn.
De coach en de Heilige Geest
De schrijvers willen de lezer coachen. Coaching doortrekt het hele boek en begint bij onze algemene menselijke conditie. Veel delen uit het boek zijn daarom ook voor niet-gelovigen interessant. De schrijvers betogen ook dat de menswording van Jezus betekent dat het evangelie aansluit bij onze algemene menselijke conditie. Ze menen ook dat het evangelie verrijkende inzichten kan geven en ons leven kan veranderen. We zijn mensen in voortdurende transitie (blz 85). Deze geestelijke begeleiding is erop gericht dat Jezus, die de dood heeft overwonnen, aan het woord kan komen: dat de innerlijke chaos als een storm gaat liggen en de Heilige Geest gaat spreken (blz 73). Ook als het over Heilige Geest gaat, worden coachingsbegrippen gebruikt. Terecht, de Heilige Geest is ‘De Parakleet’; Degene die je bijstaat, die coacht. De Geest doet ons groeien naar het beeld van Jezus (blz 73). Mensen coachen op de weg naar Jezus betekent dus ook: onze grote coach, de Heilige Geest, niet voor de voeten lopen.
Op het individu gericht
Mijn recensie is niet compleet als ik me niet de vraag stel, of de schrijvers de Heilige Geest voor de voeten zouden kunnen lopen. Ik zie dat het boek zich richt op het individu en op de kleine wereld waarin het individu staat. Dat individu is niet in zichzelf opgesloten, maar is een sociaal wezen. Voortdurend verschijnt het individu in relatie. De schrijvers willen het individu helpen om zichzelf te verwerkelijken in zijn relaties met andere mensen en met God. De coaches willen ook dat het individu zichzelf deelt met zijn omgeving.
In dit kader heeft bijna elk hoofdstuk een zondencataloog, een alinea waarin aandacht is voor allerlei dingen die ons verwijderen van God en zijn heil: verwerpelijk gedrag, ongezonde hechtingen, vluchtgedrag, seksualiteit zonder intimiteit, een slechte omgeving, desillusie, ziekte en dood. Deze opsommingen kunnen helpen bij het overwegen, bij het overwegen van ons leven. Er is altijd wel iets van toepassing. Wel verbaast het me dat in deze goed verzorgde, actuele beschrijvingen geen aandacht is voor de problemen waar mensen uit de LHBTIQ+ groep tegenaan lopen. Dat is een onderwerp dat in de afgelopen jaren in kerk en samenleving veel aandacht heeft gekregen.
De politieke werkelijkheid
Wanneer de schrijvers in de eerste twee hoofdstukken aandacht hebben voor onze herkomst, is er ook aandacht voor de grotere sociale en politieke werkelijkheid waarin wij staan: huiselijk geweld, emotioneel afwezige ouders, seksuele grensoverschrijding, ruzie, pesten, vechtscheidingen, afwezige steun enzovoorts. En wat verder weg: politiek, geweld, buitensluiting, racisme… (blz 25). Het is immers belangrijk om onze herkomst onder ogen te zien en te aanvaarden.
In de volgende hoofdstukken, als het gaat over (de verandering van) ons eigen gedrag, blijft deze sociale en politieke werkelijkheid vrijwel achterwege.
In de inleiding lees ik: ‘Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in mij bent en Ik in U, laat hen zo ook in Ons zijn.’ (Johannes 17,21) De toepassing gaat echter enkel over de eenwording van de mens met God. De zonde van de kerkelijke verscheurdheid blijft achterwege.
Als het gaat over ons sociale handelen, is er wel aandacht voor de actualiteit met seksuele grensoverschrijding, depressiviteit, maar horen we niets over de toeslagenaffaire, de sociale zonde van de armoede, de actualiteit van racisme en slavernij, enz. We horen wel over drugsverslaving, maar niet over drugshandel; wel over de macht van geld in ons individuele leven (de Mammon), maar niet over de zonde van oneerlijke handelsstructuren.
Natuurlijk, in een boekje van 95 pagina’s moet je niet alles willen, maar ik zou dit toch een blinde vlek in het boekje willen noemen. De schrijvers leiden ons langs belangrijke thema’s van onze werkelijkheid, maar laten consequent de grotere sociale en politieke thema’s achterwegen. Toch zijn deze thema’s wezenlijk voor ons individueel doen en laten. Als ik het Rooms Katholiek Compendium voor de Sociale Leer van de Kerk lees, horen deze thema’s erbij om onder leiding van de Trooster, de Geest, het werk van Christus zelf voort te zetten (par 13).