Hoe wordt de ziekenzalving gevierd in de Maronietische Kerk? Ze wordt gevierd in samenhang met een andere dienst, de zogeheten qandil.
De Maronietische Kerk is een oosterse kerk met een oorspronkelijk West-Syrische liturgische traditie. Vanaf de Kruistochten is deze kerk officieel in communio met de Zetel van Rome, dus katholiek. In de loop der tijd heeft ze veel overgenomen van de Latijnse Kerk (latinisaties). Vanaf het Tweede Vaticaanse Concilie (eerst helft jaren ‘60) waren er liturgische hervormingen in haar, wat voor een gedeelte het herstellen van oude, verloren gegane rituelen betrof.
Qandil
De Dienst van de Ziekenzalving in de Maronietische Kerk wordt idealiter voorafgegaan door de Dienst van de Lamp die als afzonderlijk ritueel van de eigenlijke ziekenzalving onderscheiden is. De Dienst van de Lamp is een belangrijk ritueel in de Maronietische Kerk. Het is een van haar oudste rituelen. In het Syrisch heet deze dienst qandilo, in het Arabisch qandil. Het woordje qandil(o) is verwant met ons woordje kandelaber en het Engelse woord ‘candle’.
Hoe gaat het ritueel van de qandil in zijn werk? Men doet deeg in een grote schaal. Deze staat op een tafeltje. In het deeg plaatst men zeven pitten omringd door olie. Dan volgen er zeven zogeheten staties of waken met elk hun eigen bewieroking en Schriftlezing. Zeven keer wordt er telkens een gebed gezegd, een zogeheten husoyo. De Schriftteksten zijn gecentreerd rondom het thema van innerlijke en uiterlijke, geestelijke en lichamelijke genezing. Aan het einde van iedere statie, na het gebed, wordt een pit aangestoken en dit zeven keer gedurende een zeer lange dienst.
Ziekenzalving
Hoe voltrekt zich de ziekenzalving die hierna volgt? De priester bidt twee achtereenvolgende openingsgebeden. Hierna legt de priester zijn hand op het hoofd van de zieke. Dat symboliseert het afroepen van de heilige Geest, de scheppende en bevrijdende kracht van God. Het gebed wordt uitgesproken waarbinnen de zalving zelf plaatsvindt. Terwijl hij zijn hand uitstrekt vraagt de priester dat Christus zelf vol erbarmen zijn hand uitstrekt om deze zieke te bevrijden. De priester zalft het gezicht van de zieke in de vorm van een kruis. Hij zalft ogen, oren, neus en lippen. De zalving met olie representeert Christus die zelf de gezalfde (messias) is. De vijf zintuigen worden gezalfd omdat via hen de kennis binnenkomt, in ’s mensen geest en ziel. De zintuigen worden gezalfd opdat ze een heilig doel mogen dienen. Na dit zalvingsgebed wordt er een hymne gezongen tot Christus als de Goede Herder die het verloren schaap zoekt. Deze hymne verwijst speciaal naar de lichamelijke zintuigen. Dan legt de priester zijn hand weer op het hoofd van de zieke en richt zich tot Christus als de ware arts van ziel en lichaam. Het sacrament van de ziekenzalving wordt afgesloten met een gebed dat Christus vraagt de zieke te bezoeken met een engel van barmhartigheid.
Het ritueel van de qandil voltrekt zich zoals gezegd vóór de eigenlijke ziekenzalving. Als de zieke het nodig heeft dat de ziekenzalving binnen niet al te lange tijd wordt toegediend, dan beperkt men zich tot de eerste statie van de qandil en bij stervensgevaar kan men die zelfs laten vallen.
Woensdag in de Goede Week
Los van de ziekenzalving wordt de qandil gevierd in de Maronietische Kerk op de ochtend van de Heilige Woensdag, de woensdag in de Goede Week. Werd de qandil in de Goede Week eerst alleen nog in de kloosters gevierd, sinds de liturgische hervormingen ook weer in de parochies. In de Goede Week is het een dienst die de gelovige binnen voert in de gedachtenis van het Lijden van Christus.
Bij elke qandil ontvangen alle gelovigen een zalving. Tijdens deze zalving met olie van de qandil op het voorhoofd van de gelovigen zegt de voorganger: Voor de vergiffenis van uw zonden en fouten en voor de genezing van uw lichaam en ziel.
Mensen laten de priesters enkele druppels olie van de qandil toevoegen aan de olijfolie die men in flesjes heeft meegenomen of met doopt een stukje katoen in de gewijde olie, om het zo mee naar huis te nemen. Ook neemt men in zakjes een stukje van het deeg mee.
Dat de Dienst van de Lamp wordt gevierd op de Woensdag in de Goede Week onder invloed van de Byzantijnse traditie (byzantinisering) die op hetzelfde moment in de Goede Week de Dienst van de het heilig Oliesel viert (en dáár is het wel het sacrament van de ziekenzalving).
Twee onderscheiden diensten
Volgens een editie uit 1897 van de Maronietische ‘Toediening van de Goddelijke Mysteriën’ wordt een onderscheid gemaakt tussen de Dienst van de Lamp (qandil) en het Sacrament van de Ziekenzalving. De qandil wordt dus niet als een sacrament beschouwd. De olie van de ziekenzalving is door de bisschop geconsacreerd op Witte Donderdag, terwijl de olie van de qandil eenvoudigweg gezegend wordt door een priester. De ziekenzalving wordt alleen aan ernstig zieken gegeven, terwijl de olie van de qandil wordt toegediend aan alle leden van de geloofsgemeenschap, de zieken én de gezonden.
Bij het gemaakte onderscheid tussen qandil en ziekenzalving, vraag ik me af of de qandil niet het overblijfsel is van de oude Maronietische ziekenzalving. En indien dat zo zou zijn, is dan de tegenwoordige eigenlijke ziekenzalving in de Maronietische Kerk niet de Latijnse vorm die met de latinisaties is binnengekomen in deze oosterse kerk. Het samen vieren van qandil en ziekenzalving als niettemin twee onderscheiden diensten zou dan historisch gezien een verdubbeling zijn van het ene sacrament.
Foto’s:
– De zeven pitten in deeg staan klaar op een tafeltje.
– Qandil op Goede Vrijdag.
– Tijdens de qandil worden alle gelovigen gezalfd met gezegende olie.
De foto’s zijn afkomstig van de website radiatehislight.blogspot.com van de Maronite Servants of Christ the Light.