Zomercolumn: Oecumene en Graz (Oostenrijk)

groen100

Op zaterdag 20 juni j.l. rond het middaguur reed een verwarde en gewelddadige man met zijn auto hard door het centrum van Graz en probeerde zoveel mogelijk mensen te raken. Er werden drie mensen meteen gedood en tientallen gewond; enkelen van hen zweefden ook dagen later nog in levensgevaar. ’s Avonds vond in een katholieke kerk die aan de drukste winkelstraat ligt en waar de man doorheen was geraasd een oecumenische rouwdienst plaats. Er namen ongeveer zeshonderd mensen – kerkelijk en niet-kerkelijk betrokkenen, ook moslims en aanhangers van andere godsdiensten – aan deel.

Daarin gingen katholieken, orthodoxen en protestanten voor, die probeerden het onvatbare leed onder woorden te brengen. Men werd uitgenodigd naar het altaar te komen en daar een kaars aan te steken. Ondanks het zeer droevige karakter van die viering was de oecumenische dimensie vanzelfsprekend. Ruim een week later, op zondag 28 juni, trok ’s middags een rouwstoet van duizenden mensen zwijgend door het centrum, een tocht die mede door de kerken en godsdiensten van Graz was georganiseerd. Ter afsluiting spraken en baden christelijke en islamitische leiders op het centrale Hoofdplein alvorens de burgemeester, de president en andere politici het woord namen.

Bloeiende oecumene

Graz, na Wenen de grootste stad van Oostenrijk, is de stad waar in 1997 de Tweede Europese Oecumenische Assemblée plaatsvond, een grote interkerkelijke bijeenkomst waaraan na de val van het IJzeren Gordijn ook duizenden christenen uit de voorheen communistische landen deelnamen. Al met al was die assemblée een hoopgevende bijeenkomst, al zagen insiders ook de klippen onder de ogenschijnlijk rustige golven zitten (b.v. de verwerking van tientallen jaren communisme en kerkelijke verstrikkingen met de regimes). Ik wist toen nog niet dat ik vijf jaar later professor in Graz zou worden.

groen krautwaschl miklas350Inmiddels zitten mijn vrouw Anna en ik er dertien jaar, met een aantal onderbrekingen (VS en Rome). Een verschil met de Nederlandse situatie is dat in Oostenrijk de rooms-katholieke kerk met afstand de grootste kerk is en dat daarmee vergeleken alle andere kerken en godsdiensten kwantitatief gezien slechts kleine groeperingen zijn. Een ander verschil met Nederland is dat de oosters-orthodoxe kerken en de islam in Oostenrijk al langere tijd sterk aanwezig zijn. De kerken hier zeggen dat ze de oecumene zeer bevorderen. Er is een bloeiend Oecumenisch Forum van de Christelijke Kerken in Stiermarken*, waar bijna alle kerken in vertegenwoordigd zijn; alleen een aantal evangelicale, ‘vrije’ kerken doet niet mee. De voorzitter is momenteel de dynamische lutherse ‘Superintendent’, Hermann Miklas. Zijn Nederlandse echtgenote, Helene, heeft jarenlang een leidinggevende functie aan de Kerkelijke Pedadogische Hogeschool in Wenen vervuld; daar werken protestanten, katholieken en orthodoxen bij de lerarenopleiding voorbeeldig samen. Toch heb ik in Graz vaak de indruk dat de oecumenische geest sterker leeft in de protestantse kerken dan in de katholieke. Heeft een kleine groep de oecumene meer nodig dan een grote? Of is de oecumenische geest toch nog minder verbreid in de katholieke kerk? Enerzijds betoont de leiding van het bisdom Graz-Seckau zich hartelijk ten aanzien van andere kerkgenootschappen en voor vele katholieken aan de ‘basis’ is oecumene vanzelfsprekend. Anderzijds valt het mij bij interkerkelijke bijeenkomsten hier op dat er proportioneel weinig katholieken aan deelnemen.

Liturgie en oecumene

In mijn onderwijs en onderzoek aan de Universiteit van Graz behandel ik niet alleen de rooms-katholieke traditie, maar besteed ik veel aandacht aan de eredienst in de Reformatie en in de oosterse kerken. De meeste theologiestudenten zijn rooms-katholiek: seminaristen, aanstaande pastoraal werkenden en godsdienstdocenten en anderen. Ik vind het belangrijk dat ze niet alleen hun eigen traditie goed kennen, dat wil zeggen de historische ontwikkeling, de liturgie-praktische aspecten en de inhoudelijke betekenis (de ‘sacramentele theologie’), maar ook de ritueel-liturgische tradities van andere kerken. Daarom behandel ik ook de inhoud en de betekenis van de liturgische boeken van de Anglicaanse Gemeenschap, van de Verenigde Evangelisch-Lutherse Kerk in Duitsland en van de Byzantijnse orthodoxe kerken. De vernieuwende teksten en liederen van Huub Oosterhuis en de nieuwe Dienstboeken van de Protestantse Kerk in Nederland probeer ik ook altijd onder de aandacht van de studenten te brengen. De studie van liturgische teksten en rituelen maakt overigens vaak duidelijk dat er tussen de verschillende kerken veel meer is dat hen verbindt dan dat hen scheidt. In het gemeenschappelijk gebed en de samenzang verbleken vele dogmatische verschillen.

Een zwaartepunt van mijn Instituut voor Liturgiewetenschap, Christelijke Kunst en Kerkmuziek is de wezenlijke relatie tussen de liturgie, de beeldende kunst en de sacrale muziek. Dat betrekken we echter niet alleen op de katholieke, maar ook op de protestantse en de orthodoxe geloofsgemeenschappen. Daarom komt in de colleges dus o.a. de belangrijke rol van de iconen resp. de koren aan bod. In het instituut houden we ons ook bezig met de joodse wortels van de christelijke eredienst en met de verhouding tussen de joodse en de christelijke liturgie. We werken ook mee aan de jaarlijkse Dag van het Jodendom op 17 januari. Het ene jaar wordt er een dienst in de katholieke Heilig-Hartkerk gehouden, het andere jaar in de lutherse Heilandkerk. Aan die dienst doen ook enkele Roemeens-orthodoxen, Kopten en andere orthodoxen evenals enkele vertegenwoordigers van de plaatselijke synagoge mee. Het is momenteel gebruikelijk dat er een psalm en een gebed in het Hebreeuws door een joodse deelnemer gesproken wordt. Bovendien is het Grazer christelijk-joodse comité heel actief; zelf zat ik enkele jaren in het bestuur. Opzien baarde vorig jaar een tentoonstelling in de net genoemde Heilandkerk over de felle anti-joodse uitspraken van Martin Luther en andere Hervormers. In mijn eigen colleges behandel ik altijd de zwarte geschiedenis van zowel de westers- als de oosters-christelijke liturgie in dit opzicht, b.v. de voorbede ‘pro perfidis iudaeis’ in het Romeinse Missaal op Goede Vrijdag. Maar natuurlijk spreken we ook over de positieve hervormingen van die liturgie, zowel in de katholieke en de protestantse kerken.

Intereligieuze diensten

Imame

Zeer goede herinneringen heb ik aan de multireligieuze diensten in de St.-Lukaskerk in Graz, een eigentijds katholiek kerkgebouw. Daar vinden, o.a. op initiatief van de katholieke vredesorganisatie Pax Christi, regelmatig diensten plaats die in samenwerking met andere in Graz aanwezige godsdiensten worden voorbereid. Zo waren er b.v. christelijk-boeddhistische en christelijk-islamitische vieringen. Hoewel deze vieringen door enkele conservatieve katholieke groeperingen met argwaan worden bekeken, kunnen ze tot nog toe ongestoord plaatsvinden. Toch gaat het maar om een relatief kleine groep die zich hier engageert.

Aan het Pauselijk Oosters Instituut te Rome, waar ik oosterse liturgie doceer, zijn bijna al mijn studenten orthodox, oriëntaals-orthodox of oosters-katholiek: Oekraïeners, Russen, Roemenen, Grieken, Kopten, Ethiopiërs, Syrisch-Orthodoxen, Indische Thomaschristenen enzovoorts. Daar is de oecumene natuurlijk weer anders, ‘oosters’ gekleurd.

In mijn hoedanigheid als bijzonder hoogleraar namens de UNESCO voor de interculturele en interreligieuze dialoog in Zuidoost-Europa, de zogeheten Balkanlanden, bestudeer ik de relaties tussen christenen, moslims en joden in Griekenland, Turkije, Servië, Bulgarije en andere Balkanlanden. Ik geef soms adviezen en houd lezingen over dat thema. In mei van dit jaar was ik in Baku, Azerbeidzan, waar bijna alle UNESCO-professoren voor de interculturele en interreligieuze dialoog met elkaar en anderen confereerden. Het viel me daar weer op dat vele sprekers begrippen als ‘interculturaliteit’ en ‘interreligieuze dialoog’ gebruiken, maar dat die woorden lang niet altijd hetzelfde betekenen. Enerzijds vond ik het ‘Baku Wereldforum over de interculturele dialoog’ boeiend, omdat ik er interessante deskundigen uit vele landen kon ontmoeten (o.a. enkele delegaties uit de islamitische wereld en een afvaardiging van de Pauselijke Raad voor de Interreligieuze Dialoog). Anderzijds had ik ambivalente gevoelens: er werd dikwijls abstract over ‘multiculturaliteit’, ‘tolerantie’ en ‘interreligieuze dialoog’ gesproken, maar over de onderdrukking in het gastland (en elders) van de politieke en religieuze oppositie kon met geen woord gerept worden.

Oecumene, haar sociaalpolitieke context en haar verbinding met de interreligieuze dialoog blijven een rode draad in mijn leven.

*Stiermarken is een grote deelstaat in het zuidoosten van Oostenrijk, met Graz als hoofdstad.

Bert Groen werd geboren in 1953 in De Rijp (Noord-Holland). Hij studeerde theologie in Nijmegen en Amsterdam en specialiseerde zich in Trier en Thessaloniki in de liturgiewetenschap. Na vele jaren aan het Instituut voor Oosters Christendom te Nijmegen werkzaam te zijn geweest, werd hij in 2002 tot hoogleraar in de liturgiewetenschap en sacramentele theologie aan de Universiteit van Graz benoemd. Daar is hij ook directeur van het Instituut voor Liturgie, Christelijke Kunst en Hymnologie en namens de UNESCO bijzonder hoogleraar voor de interculturele en interreligieuze dialoog in Zuidoost-Europa. Tevens is hij gastprofessor aan het Pauselijk Oosters Instituut in Rome.