De afgelopen twee jaar heb ik vanuit de Protestantse Kerk Nederland (PKN) gewerkt bij Sabeel, een Palestijns oecumenisch centrum voor bevrijdingstheologie in Jeruzalem. Niet eerder kreeg ik te maken met zoveel verschillende kerken en zoveel verschillen in geloofsbeleving. Mijn collega’s waren Grieks-Orthodox, Armeens-Orthodox, Rooms-Katholiek, Anglicaans. Als ‘reformed protestant’ behoorde ik tot een kleine minderheid. Dat was erg leerzaam, inspirerend en soms ook lastig.
De noodzaak van samen
Sabeel is in 1989 ontstaan als een grassroots beweging, een klein clubje mensen dat na de zondagse erediensten bij elkaar kwam om met elkaar de Bijbel te lezen en die te verbinden aan hun eigen levens, en in het bijzonder de maatschappelijke en politieke context waarin zij als Palestijnse christenen leefden. In de loop der jaren is het een centrum geworden met jongerengroepen, vrouwengroepen en een breed netwerk van kerkelijke leiders. Hoe uniek het is dat deze groepen oecumenisch zijn, heb ik pas gaandeweg ontdekt. Jeruzalem kent namelijk heel veel kerken, die lang niet altijd met elkaar vreedzaam hebben samengeleefd. Dit wordt misschien wel het meest zichtbaar in de Heilig Grafkerk in het hart van de oude stad, die in handen is van zes christelijke geloofsgemeenschappen (Grieks-Orthodox, de Rooms-Katholieke Kerk (de Franciscaanse orde), Armeens-apostolisch, Syrisch-Orthodox, Koptisch-Orthodox en Ethiopisch-Orthodox. Vanwege de slechte onderlinge relaties werden de sleutels van de kerk in 1852 aan twee Palestijnse moslimfamilies toevertrouwd. Tot op de dag van vandaag hebben zij het beheer over de kerk. Een kleine verplaatsing van een stoel, bank of ladder kan tot onderlinge ruzies en soms zelfs tot gevechten leiden.
Toch zijn goede oecumenische relaties van levensbelang voor de kleine Palestijnse kerk. Haar voortbestaan staat namelijk onder druk doordat steeds meer Palestijnse christenen, wanneer ze de kans krijgen, ervoor kiezen te emigreren naar het buitenland. De slechte politieke en economische omstandigheden zijn hierin de belangrijkste redenen. Aangezien christenen vaak meer bemiddeld zijn dan moslims en vaak al wat familie in het buitenland hebben wonen, is de stap voor hen snel genomen. Juist omdat de kerk procentueel afneemt en het een wezenlijke vraag is hoe een vitale christelijke gemeenschap in de regio kan blijven bestaan, is het belangrijk dat kerken en christenen elkaar opzoeken, weten te vinden en bereid zijn tot samenwerking.
De spanning van samen
Om werkelijk de oecumenische verhoudingen in Jeruzalem en omstreken te begrijpen, moet je eigenlijk zelf een ‘local’ zijn, ontdekte ik gaandeweg. De onderlinge gevoeligheden zijn voor een buitenstaander vaak maar lastig te begrijpen en worden vaak ook over het hoofd gezien. Een van mijn collega’s werkt al zo’n vijftien jaar voor Sabeel en zij vervult met verve de rol van verbinder: ze organiseert het oecumenische programma voor vrouwen, dat voor jongeren, en heeft de contacten met verschillende kerkleiders. Een klein voorbeeld.
Een aantal keer per jaar organiseert Sabeel oecumenische gebedsdiensten. Deze hebben vaak te maken met een maatschappelijk thema. Zo werd er ten tijde van de Gaza-oorlog een gebedsdienst georganiseerd voor alle betrokkenen en slachtoffers in de Gaza-strook. In het voorbereiden van deze dienst moet een aantal afwegingen worden gemaakt: welke kerk wordt er gebruikt, wie doet de Evangelie-lezing, wie houdt een overweging/preek, welke kerkelijke leiders lopen mee in de stoet bij binnenkomst. Voor mij als protestant waren dat ogenschijnlijk onbelangrijke zaken, maar voor wie oecumenisch in Jeruzalem een gebedsdienst wil organiseren, kan het juist om deze details gaan. Was de Grieks-Orthodoxe bisschop degene die de Evangelielezing las (of zong, zoals dat vaak gebeurde), dan was de kerk Rooms-Katholiek en de overweging Anglicaans – bijvoorbeeld.
In het maken van deze afwegingen was het altijd een spannende vraag in hoeverre je tegemoet kon komen aan de wensen van de diverse kerkleiders, juist omdat Sabeel weliswaar een oecumenisch instituut is, maar primair ook is ontstaan om de Bijbel te verbinden aan ‘gewone’ kerkleden, voor wie de zondagse diensten vaak te weinig inspiratie boden voor hun leven doordeweeks. Sabeel wil verbinden, maar wil ook een kritisch geluid zijn te midden van al die kerken in Jeruzalem.
Zo vond een andere terugkerende discussie plaats rondom het jaarlijkse Kerstdiner, een vrolijke bijeenkomst met een bandje die Arabische kerstliederen zingt, eten in overvloed en – het belangrijkst – een paar honderd Palestijnse christenen uit Jeruzalem. De discussie ging over de vraag: moeten we een aparte plaats reserveren voor de kerkleiders? Er waren er altijd een of twee waarvan bekend was dat ze vaak net wat later binnenkwamen, in de vanzelfsprekende verwachting dat er een aparte stoel voor hen zou worden vrijgehouden. Sabeel wilde juist stimuleren dat kerkleiders aan tafel gingen bij hun gemeenteleden. In de praktijk werd het opengelaten en belandden de kerkleiders toch bij elkaar aan tafel… Maar ze waren er, en ze ontmoetten elkaar, en dat is bijzonder!
Het mooie van samen
Het mooiste stukje oecumene heb ik ervaren in de gewone gesprekken met collega’s. Zo had ik eens een gesprek met een collega over het belang van de Bijbel in je eigen geloof. Mijn Grieks-Orthodoxe collega daarentegen, liet zich veel meer inspireren door kerkvaders en heiligen van wie ik soms nog nooit gehoord had. Samen hadden we geregeld gesprekken over de vraag waarom de Bijbel of deze heiligen dan zo belangrijk waren voor ons. Het mooie aan deze ontmoetingen is dat je ontdekt dat je het niet eens kunt zijn, maar wel van elkaar kunt leren. Het plaatst je eigen geloof in een nieuw licht. Ik leerde zien dat het niet vanzelfsprekend is om de Bijbel als uitgangspunt voor mijn denken en geloven over Jezus te nemen. Ik doe het nog steeds, en ook van harte, maar ik zie waarom mijn collega dat anders doet. Hij laat zich veel meer aanreiken door verhalen over kerkvaders, vroege heiligen, en door wat de kerk hem aanreikt, en vindt daarin God. Andersom begreep hij waarom het voor mij gewoon is om ‘zomaar als leek’ de Bijbel te lezen en is hij ook daarvan de waarde gaan inzien.
Oecumene – lastig, spannend, maar toch ook erg inspirerend. Dat neem ik mee naar Nederland.
Margriet Westers werkt voor Kerk in Actie aan het project Come and See, een project waarin ontmoeting tussen Palestijnse en Nederlandse christenen centraal staat. Meer informatie? www.kerkinactie.nl/blogwesters