Zomercolumn: Écht met de wereldkerk onderweg!

Logo

Pelgrimeren in de 21e eeuw, dát is wat de Wereldjongerendagen in de kern is. Net als in voorbije eeuwen als individu op pad gaan, je huis en haard, je comfortzone voor een tijdje in te ruilen voor een bestaan onderweg.

Uiteraard met alle verschijningsvormen van nu: een WJD-App voor op mobiele telefoons, voedselbonnen in de vorm van een pinpas en legio selfies met iedereen die je onderweg tegenkomt. Maar in de kern nog steeds het op pad zijn met de (wereld)kerk.

De wereldjongerendagen (WJD) in Krakau waren voor mij, afgelopen zomer, de derde editie die ik mocht bezoeken. En van alle onderdelen (de voorprogramma’s, de catecheses met Nederlandse bisschoppen, de gastgezinnen, de festivals enz.) zijn drie keer op rij de laatste twee dagen van het internationale hoofdprogramma, de zaterdag en de zondag, voor mij het absolute hoogtepunt. In de kern denk ik, omdat in de afsluitende dagen van de WJD altijd alles samenkomt, letterlijk én figuurlijk.

Hét voorbeeld van hoe het óók kan

Kreike1Omdat de WJD zich telkens vormt en aanpast aan de stad, het land en de mensen ter plaatse is het moeilijk één omschrijving te geven, maar in de kern draaien de laatste twee dagen hierom: alle deelnemers, die over de hele stad verspreid zijn qua accommodaties, bewegen zich in een paar uur richting één grote open plek voor zowel de avondwake als de slotmis. Vaak ligt deze plek, die enkele miljoenen pelgrims moet herbergen, logischerwijs buiten de stad waardoor grote verbindingswegen vrij worden gemaakt van gemotoriseerd vervoer en zo liepen wij afgelopen zomer over de Poolse A4 Krakau uit. Een driebaansweg waar zo ver je kon kijken mensen liepen, dansten, zongen, met hun nationale vlaggen zwaaiden, rolstoelen duwden, (rozenkransen) bidden etc. etc. etc. Écht met de wereldkerk onderweg. Met backpacks, rugzakken, slaapmatjes en voedselpakketten op hun rug bewegen duizenden jongeren, waaronder talloze jonge religieuzen en priesters, zich naar ‘het veld’ op een tocht die om en nabij de 10 km duurt. Binnen je eigen reisgezelschap ontstaat dan vaak een hele opgewekte sfeer die zich wat mij betreft goed omschrijft als zorgen en voor gezorgd worden. Er wordt bagage overgeheveld, water getapt/gedeeld, rust genomen, bijgesmeerd tegen de zon, moed ingepraat en ondersteund daar waar nodig. Hét voorbeeld van hoe het óók kan.

Overnachten tussen Filipino’s, Nigerianen, Fransen en Duitsers

Wanneer je het veld nadert vertraagt de pas en is het vaak schouder aan schouder, voetje voor voetje, rugzak aan rugzak binnendruppelen. Soms krijg je een tik van een matje van een voorligger die onverwachts draait en soms geef je er een, en dan hoef je elkaars taal vaak niet eens machtig te zijn, een gemeende, oprechte verontschuldigende glimlach laat zien dat je sámen onderweg bent. Op het veld zelf is het dan naar je toegewezen vak zien te komen en je slaapplek voor de nacht provisorisch zien te bemachtigen en in te richten en dan kan het zijn dat je net als wij dit jaar, tussen Filipino’s, Nigerianen, Fransen en Duitsers overnacht waarbij, vaak louter met handen en voeten de eerste kennismakingen tot stand komen.

2,5 miljoen mensen werden oorverdovend stil

Als tegen het vallen van de avond de Paus het veld bereikt en zich naar het immense altaar begeeft (voor uw beeld, wij zaten op rij 3 van de 6 qua sectoren, en voor ons was het altaar nog enkele honderden meters verwijderd maar goed zichtbaar. Wat er óp het altaar gaande was konden we via strategisch geplaatste schermen volgen alhoewel het goed geregelde geluid je al een hele hoop zegt. Zo zagen we, toen het echt donker begon te worden, op de schermen dat op het altaar, net als bij de Paaswake, een aantal kaarsen werden ontstoken en het licht aan anderen werden doorgegeven. Tot mijn grote verbazing zag ik echter dat de flikkerende lichtjes van honderden meters verderop heel gestaag onze kant op kwamen. Na enkele minuten was er een kaarsje zichtbaar in ons vak wat als effect had dat enkelen van onze groep (letterlijk) op het licht afgingen en met kaarsen terugkwamen en zodoende het licht kwamen brengen. En in enkele ogenblikken hadden honderdduizenden mensen een brandende kaars wat een adembenemend gezicht was: zo ver het oog kon rijken lichtjes in de duisternis. En toen de klokken luidden als teken dat het Allerheiligste werd uitgestald op het altaar werden 2,5 miljoen mensen met een brandende kaars in hun handen tussen (niet al te brandveilige kampeerspullen) oorverdovend stil. Sommigen knielden, sommigen stonden, sommigen zaten. Alleen het wapperen van de vlaggen in de milde wind en in de verte het geluid van helikopters. Écht stil zijn, als wereldkerk.

Dat zoveel mensen in zoveel verschillende talen zo goed samen kunnen vieren

Als na de aanbidding en het aansluitende concert het programma is afgelopen gaan er velen hun slaapzakken in om te slapen, maar een aanzienlijk deel, mijzelf incluis, gaat dan over het enorme veld lopen. Om mensen te ontmoeten, sfeer te proeven en vaak om idee te krijgen van de omvang van het terrein. Als na een paar uur struinen ook ik mijn slaapzak heb opgezocht blijkt het nog maar drie luttele uren te duren voor het programma van de ochtend zich aandient en de speakers worden getest met als gevolg dat iedereen langzaamaan wakker wordt, wat eet en zich (voor zover de voorzieningen daartoe gelegenheid geven) opfrist. Rond tienen start de Hoogmis met de Paus die ook in Nederland live op NPO2 te zien was en wat veel jongeren op dat veld verbond met élkaar maar ook met hun thuisland, thuisparochies en hun familie en vrienden thuis. Via de Engelse vertaling zijn de lezingen en de homilie van de Paus goed te volgen, ze maken weer indruk op me. Maar wat minstens zoveel indruk maakt is het feit dat tijdens de Eucharistie zo veel mensen in zoveel verschillende talen met soms nét iets andere gebruiken zo goed samen kunnen vieren. Een derde van de jongeren lijkt de gebeden in het vloeiend Latijn te kunnen maar de rest is een smeltkroes aan andere talen die samensmelten en uiteindelijk uitmondden in altijd een hectische Communie. Waarin je best je best moet doen om te Communie te kunnen maar dat het altijd méér dan waard is. Dat is vieren als Wereldkerk!

Kreike2