Waarom ga je mee naar de WJD? Deze vraag werd me voor de reis geregeld gesteld. Als jongerenwerker is het niet vreemd om mee te gaan naar de WJD, maar toch zijn er genoeg redenen om niet mee te gaan. Menigeen twijfelt vooraf of een WJD reis nou echt bijzonderder is dan een “gewone” vakantie. Toch blijft de WJD trekken. Het is bekend dat heiligdommen, kloosters en andere bijzondere religieuze plekken een aantrekkingskracht hebben op mensen van overal vandaan. Ze hebben een soort aantrekkingskracht waar je moeilijk woorden aan kan koppelen.
Dat is ook bij deze reis het geval, want ondanks de grote massa, de lange reisduur, het vele wachten en de afhankelijkheid van anderen (bijv. met eten of slaapplaatsen) is er toch iets waardoor de WJD blijft trekken. Die aantrekkingskracht is bij veel jongeren die naar een WJD zijn geweest na jaren nog steeds aanwezig. Als de WJD genoemd wordt in gesprekken lijkt het wel alsof er een oud vuurtje aangewakkerd wordt. De vreugde die er vanuit gaat is opvallend en wordt weleens grappend het WJD virus genoemd. Het is meer dan een gevoel van heimwee of een mooie vakantieherinnering. Het is iets dat dieper gaat. Iets dat (jonge) mensen op een ander niveau met elkaar verbindt. Zoiets als samen onderweg zijn, samen pelgrim zijn en aangetrokken worden door iets dat ons overstijgt.
WJD wat is dat?
De WJD wordt wel het grootste jongeren evenement ter wereld genoemd. In 1984 heeft Paus Johannes Paulus II alle jongeren vanuit de hele wereld uitgenodigd om samen te komen. Al gauw bleek er zo’n grote belangstelling te zijn, dat deze internationale ontmoeting nu eens in de 2 a 3 jaar plaatsvindt ergens in de wereld. Jongeren vanuit de hele wereld reizen naar de aangewezen stad met vaak een eigen reis- en voorprogramma om de geschiedenis en de cultuur van dat land te leren kennen. De WJD duren een week en ontmoeting staat daarbij centraal. Zo zijn er vele spontane ontmoetingen van jongeren met elkaar, de ontmoetingen met de paus, met een levendig geloof en met God. De WJD zijn een beetje de Olympische spelen voor de Katholieke kerk. Op vele foto’s is vaak een grote mensenmassa te zien met vlaggen uit allerlei landen en een kleurig geheel van jongeren die samen feest viert. Dat beeld klopt grotendeels ook, want door die vlaggen is het niet alleen een kleurrijk geheel, maar vindt ook gemakkelijk kennismaking plaats. Jongeren uit verschillende landen spreken elkaar aan met de vraag waar kom je vandaan en meestal volgt daaruit een leuk gesprek. Iedere deelnemende jongere heeft van de organisatie ook een pelgrimspas gekregen die je om je nek hangt. Daarmee kan je vrij reizen met het openbaar vervoer, maar ben je ook herkenbaar voor andere WJD pelgrims. Net zoals de Jakobus schelp voor pelgrims naar Santiago, zo is ook voor de WJD-ers de pelgrimspas een herkenningsteken en zorgt voor een onderlinge verbondenheid. Die onderlinge verbondenheid op de WJD is uniek, want vooraf wordt door de lokale bevolking vaak met argusogen gekeken naar de enorme massa die hun stad zal overspoelen. Maar geregeld verandert die stemming al gauw als men ontdekt hoe vriendschappelijk en enthousiast de jongeren zijn. In Krakau werd er door menigeen na afloop gezegd dat ze de grote (feest)vreugde en het enthousiasme van de jongeren gingen missen.
De dagen in Krakau waren gevuld met een openingsmis, verwelkoming van de Paus, een kruisweg, veel theater en optredens in de stad, dagelijkse catechese en een viering met alle Nederlanders, vele ontmoetingen, wachten op overvolle trams en bussen, veel gezelligheid en goede gesprekken en als hoogtepunt de pelgrimstocht naar het grote veld (Campus Misericordiae) voor de avondwake en slotmis met de Paus en 2 miljoen jongeren. Vooral deze avondwake op dat immens grote veld met al die jongeren was een bijzondere ervaring. Als slot van het avondgebed werden er over het hele veld kaarsen uitgedeeld en aangestoken. Het werd stil op het veld en dat was bijzonder om mee te maken, dat die bruisende enthousiaste massa ook massaal stil kon worden met elkaar. Het was een unieke ervaring die me tot nadenken zette, want al die pelgrims uit de hele wereld waren in gebed en stilte verbonden en hielden het licht vast dat ze willen brengen in deze wereld. Zo zijn we samen onderweg om deze wereld een klein beetje mooier te maken en licht te brengen in de duisternis.
Loslaten en ontvangen
Pelgrim zijn betekent meer mens worden, zo las ik in een artikel. En dat herken ik wel. Je moet jezelf uit handen geven, want je bent voor een groot deel afhankelijk van anderen; zoals de groep/ het reisgezelschap waarmee je onderweg bent. Tevens ben je afhankelijk van wat de reisleiding heeft geregeld voor het eten en de slaapplekken. In ons geval waren we ook afhankelijk van de mate van gastvrijheid van het gastgezin waar we werden ondergebracht. Eigenlijk moest iedereen voor een groot deel de controle los laten, want je had geen invloed op waar je terecht kwam.
Daarvoor krijg je iets bijzonders en onbekends terug: een groot gevoel van gastvrijheid, wereldburger zijn, Gods grootsheid ervaren in al die mensen en ontmoetingen en je eigen grenzen ontdekken en verleggen. Waren sommige jongeren eerst wat bang voor de grote mensenmassa van 1 miljoen jongeren, gaandeweg de reis en de wereldjongerendagen kwamen ze erachter dat ze zich (met enige aanpassing) prima staande konden houden in die mensenmassa, en dat het vooral veel nieuwe energie geeft om onderdeel uit te maken van zo’n grote groep.
Ook het loslaten van je vrijheid door onderdeel te worden van een gastgezin betekent naderhand inzien dat je er een rijker en dankbaarder mens door bent geworden. De gastvrijheid die mensen je zomaar geven roept ook vragen op, want hoe zou je dit zelf doen? Ben ik ook zo gastvrij?
Samen op pad
Tijdens de reis gebeuren er ook onverwachte dingen die je met elkaar moet oplossen of bijzondere ervaringen die je met elkaar meemaakt. Zo ontstaat er een besef van gemeenschap en van een soort broederschap. Na afloop van een bijzondere gebedsavond: ‘de avond van barmhartigheid’, verwoorden we onze onderlinge band als: “the fellowship” van Tolkiens, Lord of the rings. Een broederlijke vriendschapsband die diepgaand is door de persoonlijke ervaringen en momenten van kwetsbaarheid die jongeren met elkaar durven delen. Daar is onderling vertrouwen voor nodig en moed. Het onderlinge vertrouwen vormde de basis van de groep, waarin je echt kan delen wat je bezighoudt. Het vraagt om een openheid en dat jongeren hun maskers afzetten en hun echte en kwetsbare kant durven laten zien. Daar is moed voor nodig. En dat is wat mij zo heeft geraakt deze pelgrimstocht. Dat jongeren echt durfden te vertrouwen op en in de andere groepsgenoten en dat zij zo een kant van zichzelf leerden ontdekken die heel waardevol is in het leven. Dat laat ook de moed zien die ze hadden om een stap te zetten meer mens te worden. De combinatie van deze mooie ontdekkingen, goede gesprekken, vreugdevolle sfeer met miljoenen jongeren, een inspirerende Paus Franciscus, een heleboel nieuwe Facebookvrienden, groepsgrappen, gezelligheid en veel lol met elkaar maakt deze reis naar de wereldjongerendagen tot een geweldige reiservaring en eigentijdse pelgrimstocht. Het is een reis geworden die inspirerend was en is.
Of zoals de Paus het verwoordde; de WJD zijn niet afgelopen, ze beginnen nu als jullie naar huis gaan. Don’t be a couchpotatoe! Kom van die comfortabele bank en leef je dromen na die je hebt. Het volgen van Jezus vraagt een goede dosis moed, een bereidheid om de bank in te ruilen voor een paar wandelschoenen en om nieuwe en onbekende wegen te gaan. Op weg te gaan als een pelgrim. Wie weet op naar de volgende halte op onze pelgrimstocht: Panama 2019.
Fotomateriaal:
Foto 1: Door of via Sander van Aarle (website Bisdom Rotterdam)
Foto 2: Door Ramon Mangold (website Bisdom Rotterdam)